Maandelijks archief: november 2011

Cairns, Sydney, Bangkok, Londen, Amsterdam, Alkmaar

We staan weer vroeg op en trekken onze lange broeken aan in scherp contrast met het tropische weer buiten. Hier is de temperatuur rond de 35 graden, maar in Nederland is het minder dan 10. We checken uit en worden met de taxi naar het vliegveld gebracht waar we een vlucht van Qantas hebben richting Sydney. Het gaat allemaal best vlot en voor we het weten hebben we de eerste vlucht erop zitten (een luttele 5 uur vliegen). We stappen in Sydney over naar een grotere vlucht van British Airways.


Helaas blijken we weer een ander vluchtnummer te hebben en vliegen we met een Boeing 747 ipv een Airbus A380 – het had ons toch wel leuk geleken om in het grootste passagiersvliegtuig ter wereld te zitten. De 747 voldoet ook wel, al lijkt de beenruimte wat minder te zijn dan op de Qantas vlucht van de heenweg. Deze etappe gaat richting Bangkok en duurt ongeveer 11 uur. In de tussentijd zitten we vooral series te kijken of proberen we wat te slapen. Wanneer we aankomen in Bangkok kunnen we even het vliegtuig uit om de beentjes te strekken. Hierbij moeten we ook weer door allerlei scanners lopen wat wel opmerkelijk is omdat we eigenlijk in-transit zijn en gechecked zijn in Australie. Vervolgens moeten we nog een uurtje wachten totdat onze vlucht weer verder gaat. Barend heeft in de tussentijd weer trek gekregen in chips en probeert deze ergens te bemachtigen, maar dat blijkt nog een aardige opgave te zijn in Thailand. Na drie kwartier vindt hij een tentje waar ze iets verkopen wat op chips lijkt, maar echt lekker is het niet. Bij deze is Thailand voor Barend dus geschrapt als mogelijke vakantiebestemming.

Rond 4 uur ’s nachts lokale tijd kiezen we weer het luchtruim en hebben we een vlucht van bijna 12 uur naar Londen. Het houd je bezig… Weer proberen we wat te slapen, maar de enigen die dat echt voor elkaar krijgen zijn Marvin en Jeffrey. Wanneer we uiteindelijk op het schermpje zien dat we over Nederland vliegen zijn we enigszins teleurgesteld dat de piloot niet even een korte stop doet op Schiphol. Op Londen hebben we vervolgens drie uur overstaptijd. Dit kunnen we wel benutten want Heathrow is een van de meest onlogische vliegvelden ooit gebouwd – het is geen wonder dat ze daar vaak bagage kwijtraken. We weten ons toch een weg door de doolhof te wanen en belanden bij onze vlucht richting Amsterdam. Deze vlucht is voor ons in een oogwenk om vergeleken met alle andere vluchten die we gedaan hebben. Uiteindelijk heeft de totale terugreis bijna 31 uur gekost. Dit was wel erg lang, maar het was het absoluut waard.

Fitzroy Island

De wekker gaat weer vroeg want we moeten om 8 uur met de boot naar Fitzroy Island. Een resort island waar je kan relaxen op het strand, wat kan snorkelen en wat wandelroutes kan doen. Het is vandaag ook Jeff-day wat inhoudt dat Jeff in Cairns achterblijft en even z’n eigen ding kan doen. Het blijkt bij de incheckbalie dat de boot toch iets later vertrekt richting Fitzroy Island, dus we doen nog even een bakkie aan de haven. Een half uurtje later kunnen we vertrekken en gaan we met een flinke vaart richting het eiland – de totale duur is ongeveer 50 minuten.


Wanneer we op het eiland aankomen zien we een groot modern resort en een parelwit strand. Het strand bestaat echter niet uit zand, maar uit aangespoelde schelpen en koraalrif. Dit maakt het lopen of liggen niet al te comfortabel, maar het mag de pret niet drukken. Barend gaat alvast zwemmen, terwijl Marvin en ik nog een wandeling naar de top van het eiland doen. Hier zijn we toch nog ruim anderhalf uur zoet mee, en het is aardig zweten met 35 graden. Onderweg komen we nog leuke diersoorten tegen zoals cockatoos en twee grote leguanen. Wanneer we weer beneden zijn huren we wat snorkel spullen en gaan we een uurtje zwemmen. Het rif is hier ook erg mooi, al merk je wel dat er wat minder vissen zijn dan de vorige keer.


Rond half vier moeten we weer terug op de boot richting Cairns. Jeff blijkt te hebben genoten van Jeff-day. Zo heeft hij o.a. een thaise massage gekregen en flink wat souvenirtjes gescoord. ’s Avonds doen we voor de laatste maal het nachtleven bij Gilligans aan. Helaas moeten we morgen weer terug richting Nederland.

Daintree Rainforest, Cape Tribulation, Port Douglas

Vandaag staan we vroeg op om een tour te doen van het regenwoud bij Cairns. We worden rond 7 uur opgehaald door Kara de reisleidster en gaan vervolgens samen met wat andere backpackers en toeristen richting Daintree Village. Dit ligt op ongeveer anderhalf uur rijden van Cairns en hierbij hebben we leuke uitzichten over de oceaan en verteld Kara ondertussen wat over de geschiedenis van dit gebied. Zo komen we wat interessante dingen te weten zoals het nut van de vele flessen azijn die langs de kust liggen. Het blijkt nu “stingray season” te zijn waardoor de kans een stuk groter is dat je gestoken wordt als je gaat zwemmen. Wanneer dit gebeurt dien je zo snel mogelijk wat azijn over de wond te spoelen om de schade te beperken.


In Daintree Village kunnen we even wat koffie drinken en gaan we vervolgens naar de Wildlife River Cruise – een bootje waarmee we een stukje over de Daintree River gaan varen en krokodillen kunnen spotten. Vandaag zijn ze echter allemaal ergens anders aan het chillen want we komen ze niet tegen. Wel zien we nog een lijk van een koe die blijkbaar aangevallen is door een croc, maar het zou zo maar kunnen dat de tourleider die vantevoren heeft neergelegd als plan B.


Hierna gaan we naar de Daintree Aerial Walkway. We wanen ons echt in een tropisch regenwoud en het is bizar om te zien wat voor planten en bomen hier staan. Zo zien we onder andere een boom die zich om een andere boom heen wentelt en in een paar honderd jaar tijd laat afsterven door het gebrek aan licht. Naast de fauna kan dus ook de flora meedogenloos zijn.


De volgende stop is Cape Tribulation. Dit dorpje bestaat vooral uit een resort en wat hostels. Omdat het gehele gebied tot een world heritage gebied is verklaart is dit dorp onveranderd gebleven sinds de jaren 80. We krijgen even de mogelijkheid om het dorpje te verkennen en het strand wat vlakbij ligt. We lunchen vervolgens even en gaan daarna door richting een boerderij waar men ijs maakt van de vruchten die geteeld worden op de plantage – best lekker als desert.


We eten het ijsje in de bus op en komen langs een uitzichtspunt waarbij we het eiland zien waar Steve Irwin z’n laatste momenten heeft beleefd toen hij aan het duiken was. Iets verderop ligt een sanctuary waar we de meeste diersoorten uit de omgeving aantreffen, en daarbij ook wat dingo’s en kangeroes. De kangeroes mogen we zelfs wat voer geven. Zoveel voer zelfs dat ze op een gegeven moment met wat tegenzin uit onze handen lijken te eten


Uiteindelijk rijden we via Port Douglas terug naar Cairns. Port Douglas was voor de jaren 80 een ingedut dorpje, maar dit veranderde toen de toenmalige miljonair Cristopher Skase een gigantisch resort bouwde. Uiteindelijk bezorgde hij de Australische regering een miljoenenstrop toen z’n bedrijf instortte en vluchtte hij naar Spanje. Desondanks gaat het nog steeds goed met Port Douglas en zie je hier vooral de jetset rondlopen. Rond half 7 zijn we terug in Cairns en eten we wat aan de boulevard. Hierna doen we nog even het nachtleven aan.

Cairns – Rustdag bij Gilligans

Vandaag hebben we een rustdagje ingelast dus dat betekend weer een kleine blogpost. We hangen veel bij het zwembad van Gilligan’s (Cairns heeft geen strand) en wandelen soms een beetje door het kleine centrum. Wat mij opvalt is dat hier blijkbaar meer buitenlanders zijn dan australiers, want je hoort regelmatig andere talen dan het Engels. Vooral Duits wordt hier veel gesproken wat wel opmerkelijk is zonder strand met kuilen – misschien zijn het Oostenrijkers. ’s Avonds hangen we nog wat bij Gilligan’s wat eigenlijk de enige tent in de stad lijkt te zijn die elke avond iets leuks te doen heeft.

Great Barrier Reef

De wekker gaat weer eens vroeg af, dit keer half 7. Ik probeer mezelf te troosten dat het nu half 8 is in Sydney door de tijdzones en zomertijd, maar het helpt niet echt. We hebben wel iets heel leuks voor de boeg, namelijk snorkelen op het Great Barrier Reef wat een van de grootste natuurwonderen ter wereld is. We hebben geboekt bij Ocean Spirit Cruises die een tocht langs de Oyster en Upolu Reefs aanbiedt. Gewapend met een handdoek, slippers, zonnebrand en een zonnebril lopen we richting de haven.


De boot vaart om 8 uur uit en het duurt ongeveer twee uur voordat we bij het eerste reef zijn. Deze ligt ongeveer 30 kilometer voor de kust van Cairns. We krijgen ons snorkelling equipment en kunnen vervolgens van de boot springen. De laatste keer dat ik heb gesnorkeld was toen ik klein was, en dat is te merken want de eerste paar keer krijg ik toch wat slokken zout water binnen. Maar oefening baart kunst en voordat ik het weet zit ik relaxed naar de bodem te turen.


Oyster reef bevat veelal koralen die op ongeveer 4 a 5 meter diepte liggen. Het is wel erg gaaf om het kleurspel beneden je te zien me al het leven wat erbij hoort. We zien talloze vissoorten voorbijkomen – het lijkt wel een scene uit Finding Nemo. Alleen de welbekende clownsfish vinden we hier niet.


Dat verandert bij Upolu Reef wat op een kwartier varen ligt van Oyster. Hier is het schouwspel nog spectaculairder en zijn de koralen ook wat minder diep. Zo zwem ik op een gegeven moment gewoon tussen de tropische vissen wat ik eigenlijk niet verwacht had met snorkelen.


Tegelijkertijd is alles aan boord goed verzorgd. Zo krijgen we een lunchbuffet na het eerste waterballet, en koffie met cake na de tweede. Op de terugreis wordt ook nog Australische wijn aangeboden maar dat laat ik even schieten. Tussen de twee snorkelbeurten in werd ik namelijk een beetje zeeziek, wat wel minder werd nadat ik een pilletje had genomen en wat gegeten had. Dit is eigenlijk de eerste keer in mijn leven dat ik zeeziek werd, maar dat komt misschien ook doordat ik vanochtend een lichte kater had (een welbekend minpunt van backpackersgelegenheden) en alleen een mini-croissantje als ontbijt had genuttigd.

Reis naar Cairns

De wekker gaat al om half 6 af. Veels te vroeg voor vakantiebegrippen, maar het moet want we vliegen vandaag naar het tropische Cairns. Rond 7 uur stellen we het verhuurbedrijf op het vliegveld van Sydney in en gaan we rijden. We hebben hierbij gekozen voor het vermijden van tolroutes, maar TomTom heeft daar toch best wat moeite mee. Een paar keer probeert hij ons gewoon op de M1 te leiden, en dat is op dat stuk toch echt een tolweg. We zijn al om half 8 op het vliegveld en kunnen inchecken voor onze vlucht QF0922 van 10:40, maar wanneer we op een incheckterminal onze gegevens invullen krijgen we vlucht QF0924 van 9:30. Waarschijnlijk waren daar nog wat plekken over. We vinden het wel prima, want zo hebben we een uur minder op het vliegveld, en meer in Cairns.


Rond half 12 landen we in Cairns – de omgeving ziet hier een stuk tropischer uit met allerlei regenwouden aan de horizon. Cairns zelf is een relatief klein stadje waarvan het backpackers toerisme het kloppende hart is. Om de paar gebouwen vind je hier een toko die de meest avontuurlijke dingen aanbiedt. Van snorkelen tot skydiven, het kan hier allemaal.


Ons hotel is Gilligans; een vier sterren backpackers gelegenheid. De kamers zijn hier net even wat luxer dan in een doorsnee hostel en het heeft zelfs iets weg van een resort. Zo is er een groot binnenplein waaraan een zwembad en dansclub zijn gevestigd. Wanneer we inchecken krijgen we de vraag of het klopt dat we een invalidekamer hebben geregeld. Barend heeft vorige week wat telefonisch geregeld en blijkbaar is daar een foutje opgetreden. Het is op zich wel een fout in ons voordeel want de invalidekamer is een stuk ruimer. Tevens hebben we een speciaal handvat bij het toilet zodat ik nog makkelijker op kan staan!


De rest van de dag verkennen we de stad een beetje en boeken we voor morgen een snorkelreis naar het Great Barrier Reef. We vinden ook nog een leuk tentje waar Corona’s altijd 3.50 AUD kosten (ongeveer 2.60 EUR) en veel mensen maken hier dankbaar gebruik van. Tevens hebben we een mooi uitzicht naar de oceaan – je kan het slechter treffen. ’s Avonds zitten we nog even gezellig na op het binnenplein van Gilligans tussen allerlei backpackers.

Sydney – Bondi Beach

We starten de dag met de trein naar Bondi Junction. Van hieruit kunnen we de bus nemen naar Bondi Beach, een van de bekendste stranden ter wereld. Het valt ons op dat het strand wat kleiner lijkt dan we dachten; Manly Beach is bijvoorbeeld een stuk langer. Bondi Beach bestaat uit een grote straat met allerlei surfshops en cafe’s, daarvoor wat grasvelden, en uiteindelijk het strand. Je vindt hier ook veel buitenlanders, want we horen veel talen door elkaar.


Gisteren ben ik best wel verbrand op Manly Beach doordat ik de zon van Sydney onderschatte, dus ik laat het strandliggen over aan Jeffrey en Barend. Marvin is sowieso niet van het strand dus besluiten we de omgeving te verkennen. Hoewel het strand er vooral lijkt te liggen om te zien en gezien te worden, is er ook nog wel meer te doen in Bondi. Zo zijn er een paar leuke uitzichtspunten en is er verderop een tentoonstelling genaamd “Sculptures by the Sea”. Even denken we dat het zandsculpturen zijn maar het blijkt om gewone beelden te gaan die langs een pad zijn neergezet met daarachter uitzicht over de oceaan.


Rond drie uur spreken we weer af en gaan we naar Darling Harbour. Hier rijdt een monorail waar Barend als liefhebber van treintjes graag gebruik van wil maken. Het blijkt wel druk te zijn want we kunnen we moeten in verschillende treinstellen staan. Het lijkt de NS wel alleen dan wat hoger. Wel is het leuk om op deze manier door de stad te reizen.


’s Avonds eten we wat bij het Hard Rock Cafe en gaan we vervolgens weer terug naar het hotel. Morgenochtend moeten we vroeg op om onze auto in te leveren op het vliegveld en onze vlucht naar Cairns te nemen.

Rustdag in Manly en Sydney

Vandaag staan we wat later op en beginnen we de dag op het strand van Manly. We krijgen het advies van de lifeguards om niet te gaan zwemmen in verband met de sterke stromingen. Nu lijkt ons dat een beetje overdreven want verderop zijn de surfers ook lekker bezig, maar goed. Ze doen hier heel graag aan voorkomen is beter dan genezen.

’s Middags gaan we met de ferry naar Sydney en slenteren we nog een beetje door de winkelstraten. Voor we het weten is het alweer bijna avond en gaan we terug naar Manly. ’s Avonds hebben we een barbeque bij een andere nicht van Jef (Emily) en haar man Darren. Het is er erg gezellig en alweer rond een uur of 1 wanneer we terugkomen in het hotel.

Sydney – Darling Harbour en beklimmen Harbour Bridge

Vandaag gaan we het gebied rond Darling Harbour verkennen. Dit is het entertainment district van Sydney. We nemen eerst de trein van Circular Quay naar Central en lopen vervolgens richting de baai. Bijzondere highlights die we tegenkomen zijn Paddy’s Market en Dixon Street.


Paddy’s Market is het beste te vergelijken met de Beverwijkse Bazaar en je kan hier van alles kopen tegen leuke prijsjes. Het ligt tegenover Dixon Street wat het Chinatown is van Sydney. Wanneer je door de grote Chinese poort loopt waan je jezelf even in China met allerlei restaurantjes en chinese winkeltjes.


Als we wat verder lopen komen we aan in Darling Harbour wat er erg futuristisch uitziet. Je ziet hier een grote promenade met allerlei fonteinen, cafe’s en restaurants. Op de achtergrond is het business district van Sydney te zien en zoemt er ook nog een monorail voorbij.


Nadat we even gelunched hebben besluiten we richting de Harbour Bridge te gaan omdat het weer er goed uitziet. Hier kunnen we ons aanmelden voor de Bridge Climb. We kunnen kiezen uit twee varianten; een snelle die via de onderste boog gaat en uiteindelijk met een paar trappetjes naar de bovenste, of de uitgebreide die compleet over de bovenste bogen gaat. Wij kiezen voor de laatste en kunnen al met een kwartiertje beginnen. Barend besluit ondertussen om richting het park bij het Opera House te gaan waar hij wat boekjes gaat lezen en kan genieten van de omgeving.


Kwart voor drie is het zover en worden we door een blauwe deur gelaten met de tekst “Gate 1”. Ik krijg het gevoel alsof we een ruimtereis gaan maken. Het duurt echter wel even voordat we de klim kunnen maken. Allereerst moeten we wat formulieren invullen met onze gegevens en krijgen we een alcoholtest. Daarna mogen we door naar de volgende ruimte waar we onze klimpakken krijgen en aandoen. Bij de volgende stap ontmoeten we onze klimleider waar we de tour van zullen krijgen. Hij geeft ons een veiligheidsriem waarmee we gedurende de klim vastzitten aan de brug. Mocht er dus plotseling een windvlaag komen dan hou je er hoogstens een nog mooier uitzicht aan over. Tevens krijgen we nog een vest en een regenjas die in zakjes aan onze riem bevestigd worden, maar we hopelijk niet zullen gebruiken. Nadat we de klim even geoefend hebben op een setje trappen krijgen we als laatste een portofoon met headset en mogen we de klim beginnen. Het eerste stukje gaat over een catwalk met allerlei rasters waarbij je op 60 meter hoogte recht naar beneden kunt kijken. Wanneer we bij de pilaar aankomen waar de boog start moeten we nog een aantal trappen omhoog klimmen waarna we echt op de boog staan. De wandeling naar de top gaat met een rustig tempo en er zijn zat foto momentjes. Tegelijkertijd geeft de klimleider een uitgebreid verhaal over de geschiedenis van de brug en de stad ondersteund door een spectaculair uitzicht. Wanneer we de top bereiken staan we 134 meter hoog en gaan we met z’n allen op de foto. Daarna mogen we via de andere kant weer naar beneden waarbij we onderweg nog een vogelnest tegenkomen waarbij een kraai net haar jonkies aan het voeden is.


Beneden mogen we ons weer omkleden en kunnen we wat foto’s nabestellen. Daarna zoeken we Barend weer op en spreken we af bij Circular Quay. Wanneer we daar aankomen zien we een bekende boot met een Nederlandse vlag aangemeerd liggen; de Sea Shepherd is in Sydney voor bevoorradingen en geeft ondertussen gratis tours waar we wel even gebruik van maken. Momenteel is dit schip bezig met een operatie in de aziatische zee om de illegale walvisvangst tegen te gaan door de Japanners. Wanneer de tour afgelopen is gaan we weer richting Manly.


We hadden van Jen nog een tip gekregen over een grill restaurant waar ze ook Australische eten serveren. We zitten hier nu al bijna 4 weken, maar hebben nog steeds geen kans gehad om iets echt Australisch te eten. We gaan allemaal voor de kangeroe wat eigenlijk best wel veel lijkt op een biefstuk. Hierna belanden we uiteindelijk in het Steyn Hotel wat een backpackers-bar is met een gezellige sfeer.

Sydney – Opera House, Botanical Gardens, The Rocks


Vandaag is het weer een stuk beter. De zon schijnt volop en de temperatuur kruipt al langzaam richting de 30 graden. Volgens de receptie zal er vanmiddag rond een uur of 3 wel een storm losbarsten, maar dat zien we dan wel weer. We lopen via de boulevard van Manly richting de Wharf waar de ferries richting Circular Quay (het havengebied van Sydney) vertrekken. Deze overtocht duurt ongeveer een half uur en blijkt de beste manier te zijn om in Sydney aan te komen. Wanneer we de baai binnenvaren zien we de markante skyline met het Opera House en de Harbour Bridge, waarbij we zelfs vlak langs het opera house varen doordat we de bocht moeten maken richting Circular Quay.


Na een ontbijtje vlakbij het station gaan we richting het Opera House. Van buiten vind ik het er mooi uit zien, maar binnen lijkt de tijd toch een beetje stilgestaan te hebben. Heel veel van het interieur lijkt nog uit de jaren 70 te zijn toen het werd opgeleverd. Hierna lopen we naar de Botanical Gardens, een groot park waar allerlei soorten planten en bomen uit Australie zijn te vinden.


In tegenstelling tot de meeste parken mag je hier op het gras lopen, want het bordje zegt “Please walk on the grass. We also invite you to smell the roses, hug the trees, talk to the birds and picnic on the lawns.” Prinses Irene zou zich hier ook wel thuis voelen.


Vervolgens lopen we richting the Rocks wat het oudste gedeelte is van Sydney. Het geeft een leuk contrast al die oude gebouwen met daarachter een grote verzameling van moderne wolkenkrabbers.


Het begint al bijna avond te worden waardoor we de ferry terug naar Manly nemen. We hebben namelijk afgesproken met Jen, een kennis van Jeffrey die ook in Manly woont. ’s Avonds gaan we met haar naar een BYO restaurant, oftewel een “Bring Your Own”. Eten bestel je daar gewoon van de kaart, maar drank mag je zelf meenemen. Even is er wel een misverstandje als we met wat biertjes aankomen, want het blijkt dat je bij deze BYO alleen wijn mag meenemen, maar de eigenaar doet niet al te moeilijk.