Maandelijks archief: november 2011

Jenolan Caves en onze rit naar Manly (Sydney)

Vandaag gaan we naar de Jenolan Caves. Deze grotten zijn ruim 340 miljoen jaar oud en erg populair onder de toeristen met 250.000 bezoekers per jaar. De weg er naartoe duurt vanaf Katoomba ongeveer anderhalf uur waarbij het laatste stuk erg krap en kronkelig is. Wanneer we bij de grotten aankomen zien we iets wat lijkt op een zwitsers bergdorpje met allerlei bussen op de parkeerplaats. Hoe zij die grote voertuigen door de laatste bochten wringen is ons een raadsel. We drinken eerst een bakkie koffie en kijken gelijk in de folder welke grotten we kunnen verkennen. We besluiten de Lucas Cave te nemen, mede doordat dit de eerstvolgende is met een guided tour. Deze duurt anderhalf uur.


Bij de start van de tour krijgen we nog even een uitleg dat we alleen mineraalwater mogen drinken binnen de grotten en niets mogen aanraken om de grotten zoveel mogelijk te beschermen. Hierna lopen we naar binnen en krijgen we te maken met een flink temperatuurverschil – van 30 graden buiten naar 10 graden binnen. De tour zelf bevat een stuk meer show dan in Tasmanie – zo wordt er veel meer met lichteffecten gedaan. Als voorbeeld krijgen we in de ruimte “The Cathedral” een complete lichtshow met muziek. De akoestiek in deze ruimte is zo goed dat hier regelmatig ondergrondse concerten worden gehouden. De naam “Cathedral” is gekozen doordat de rotsformaties gelijkenissen tonen met de orgels en de ramen van een kathedraal.


Na anderhalf uur mogen we weer buiten spelen en lopen we tegen een muur van warmte. We lopen nog even rond een blauw meertje omdat hier wat vogelbekdieren zouden rondzwemmen. Volgens de gids komen ze vaak naar boven zwemmen als je vijf minuten lang wat bubbels ziet aan de oppervlakte. We zien soms wel wat bubbels, maar helaas laten de vogelbekdieren het afweten. Hierna doen we nog een self-guided tour van de Devils Coach House – een grote grot die makkelijk te bereiken is. We hebben echter allemaal niet het geduld om de audio tour volledig te volgen, want deze is soms erg langdradig.


Uiteindelijk gaan we terug naar de auto en rijden we richting Sydney via een noordelijke weg genaamd “Bells Line Of Road” wat door allerlei dorpjes gaat in de Blue Mountains. We rijden aardig door en zijn rond 6 uur op de wegen van Sydney te vinden waar de avondspits al druk bezig is. We hadden vantevoren al een beetje op internet gekeken waar we het beste een hotel of hostel konden vinden. Aangezien we met de auto zijn viel het centrum van Sydney al snel af door de hoge kosten. Een kennis van Jeffrey woont in Manly, wat aan de andere kant van de baai ligt, en daarvan kregen we de tip dat daar ook nog wel wat te vinden is. We stoppen eerst bij een hostel, maar deze blijkt voor vanavond geen plek meer te hebben. De rest van de week is er nog wel een kamer beschikbaar. We wachten nog even met boeken om te kijken wat we nog meer tegenkomen. Bij het volgende motel is het raak. We kunnen tot zondag een family-room krijgen met 4 bedden voor een zeer schappelijk bedrag. Ook is parkeren gratis en gewoon voor de deur. Het mooiste is nog wel dat we op een steenworp afstand van het strand afzitten.


’s Avonds lopen we nog even op de strandboulevard van Manly – aan de horizon zien we de lichtflitsen van een storm die we net ontweken hebben toen we arriveerden in Sydney. Helaas blijkt dat niet de enige storm van de avond te zijn, want wanneer we door een tussenstraatje lopen zien we letterlijk een muur van regen op ons afkomen. Het gebeurt zo snel dat we allemaal al nat zijn voordat we onze paraplu’s open kunnen klappen. Je kan merken dat het hier echt meer tropischer is.

Katoomba – The Three Sisters, Wentworth Falls

Vandaag zitten we in Katoomba. Dit toeristenstadje ligt op een steenworp afstand van Sydney in de Blue Mountains. We zitten op loopafstand van Echo Point wat hier de populairste toeristenattractie is. Echo Point bestaat uit een platform die over de vallei hangt en uitzicht heeft op de Three Sisters rotsformatie. Vooral het feit dat dit platform dus uitsteekt over de vallei doet Barend besluiten om een gepaste afstand te houden.


Vlakbij Echo Point zit ook de Giant Stairway waarmee je snel naar beneden kan lopen. Marvin, Jeffrey en ik zien dat wel zitten, maar Barend in verband met zijn hoogtevrees niet zo. Hij besluit de auto te pakken richting het eindpunt waar een treintje loopt over een stijl traject die ons weer omhoog zal brengen.


Het beginstuk van de wandeling is erg leuk, want we kunnen ook over een klein bruggetje naar de eerste rotsformatie van de Three Sisters lopen. Op het bruggetje heb je gelijk ook een mooi uitzicht over de vallei. Hierna begint de stijle afdaling door een serie van trappen die uit de rotsen zijn gehouwen. Het valt me op dat het allemaal wel heel snel gaat zo, want voor we het weten lopen we al door een normaal pad in het bos met allerlei wildlife.


Wanneer we bij het treinstationnetje aankomen is er echter geen spoor van Barend. Marvin besluit om ook de wandeling omhoog te maken richting Echo Point, terwijl Jeffrey en ik het treintje omhoog nemen naar Scenic World wat een paar kilometer ten westen van Echo Point ligt. Boven aangekomen zien we echter ook nergens Barend zitten, dus lopen we via de weg terug richting Echo Point omdat we een miscommunicatie vermoeden en hem telefonisch niet kunnen bereiken.


Uiteindelijk blijkt hij daar ook niet te zitten. Na een tijdje worden we toch gebeld door Barend die onze wandeling wel erg lang vond duren. Het bleek dat hij weldegelijk op het bankje zat bij het treintje, maar dat wij sneller hebben gelopen dan dat hij er naartoe gereden heeft. Waarschijnlijk hebben we elkaar net misgelopen toen Jeffrey en ik het treintje omhoog namen, en Barend het treintje omlaag. Gelukkig is de groep weer compleet en gaan we nog even langs de Wentworth Falls. Ook hier heb je een mooi uitzicht over de vallei en over een waterval.


’s Avonds eten we wat bij een bijzonder restaurantje om de hoek waarvan de uitbaters een soort Amish-achtig volkje zijn – de sfeer binnen lijkt op die van een middeleeuwse pub. Het enige verschil is dat hier geen bier wordt geschonken, maar alleen gezonde sapjes. Gelukkig weet Barend hier nog iets op te verzinnen.

Pinnacle Nature Park en NASA Deep Space Observatory

Vandaag zeggen we gedag tegen Canberra, maar niet voordat we een bezoek hebben gebracht aan het Pinnacle Nature Park. Hier lopen verschillende dieren rond waaronder kangeroes. We hebben ze nog maar amper gezien deze vakantie terwijl Australie hier toch wel om bekend staat. Gelukkig lopen er hier redelijk wat rond en kunnen we aardig wat foto’s schieten.


Vervolgens gaan we op weg naar de NASA Deep Space Observatory. Onderweg komen we wat seinende auto’s tegen en zien we iemand gebaren dat we langzamer moeten rijden. Reden hiervoor is dat een kangeroe op de vluchtstrook van de weg staat. Ondertussen is iemand ter plekke aan het bellen met waarschijnlijk de kangeroe hulplijn. Een paar kilometer verderop krijgen we weer met een aparte verkeerssituatie te maken. Terwijl ik door een bocht rij zie ik in mijn ooghoek iets uit de berm komen waardoor ik gelijk op de rem trap. Het blijkt een aardig grote kangeroe te zijn die vrolijk onze weghelft op springt. Hij ziet ons pas wanneer we al stil staan waarna hij verschrikt in een soort cartoonstijl afremt en terug het bos inspringt.


Uiteindelijk arriveren we veilig bij de Observatory. Ze hebben hier drie schotels staan die continu communiceren met ruimtevaartuigen die diep in de ruimte zweven. Er zijn nog twee andere installaties in zowel Spanje als Californie die hetzelfde doen waardoor elk vaartuig altijd kan worden bereikt. Mocht Australie dus door de draaing van de aarde het contact verliezen, dan staat Spanje al klaar om het over te nemen. Helaas mag je niet in de buurt van de schotels komen; zelfs onze mobieltjes moeten we uitdoen wanneer we het terrein oprijden om storingen te voorkomen. Wel is er een museum met wat NASA prullaria en een maansteen. Ook hangt er een bord om te zien wat elke schotel op dit moment uitvoert.


Uiteindelijk zetten we koers richting de blue mountains die we morgen gaan verkennen.

Canberra

Gisteren hebben we nog niet veel gezien van de stad, behalve wat uitgaansgelegenheden, maar vandaag willen we daar wat aan doen. Eerst een stukje geschiedenis. Toen in 1901 de verschillende kolonieen van Australie tot een federatie van staten werden gecombineerd moest er ook een hoofdstad komen. Men besloot om deze stad tussen de rivalen Melbourne en Sydney te plaatsen. In 1913 was het zover en werd de bouw gestart van de stad Canberra – een naam die is afgeleid van de aboriginal term voor ontmoetingsplaats.


Het is ontworpen door een Amerikaanse architect en dat is te merken. Wanneer we door de straten lopen krijgen we soms even het idee dat we in Washington DC zijn. Hier vind je ook een lange en brede “mall” met allerlei monumenten en musea. Aan het begin ervan zit het Parliament House en aan het einde de Australian War Memorial. Wanneer je bij een van deze twee gebouwen staat kan je zo de ander een paar kilometer verderop zien. Doordat de mall door een dal heengaat geeft dit ook een bijzonder effect.


We gaan ook even door de ambassadewijk omdat de meeste landen een gebouw hebben gemaakt in eigen stijl. Zo ziet de chinese ambassade er bijvoorbeeld uit alsof het rechtstreeks uit Peking is overgevlogen. Ook staat er iemand tegenover die protesteert tegen de mensenrechtensituatie aldaar. Wanneer we de Nederlandse ambassade bewonderen zien we een of andere bakstenen constructie, maar niet iets bijzonders. Het ziet er eigenlijk maar saai uit en we rijden snel door. Rem Koolhaas was blijkbaar druk met een ander project of heeft dit even snel op een bierviltje gekrabbeld.


We doen ook nog het War Memorial aan. Hier vinden we o.a. het graf van “The Unknown Australian soldier” waar Queen Elizabeth vorige week nog een krans heeft gelegd tijdens haar tour door Australie. Tevens lopen we door het zeer uitgebreide museum wat gewoon gratis is.


’s Avonds eten we wat in Civic waar de meeste eetgelegenheden liggen. Daarna doen we nogmaals het uitgaansleven aan van Canberra – het is immers toch vakantie.

Rustdag in Canberra


Vandaag hebben we een rustdag in een soort vakantieparkje in Canberra. Het geheel doet denken aan een soort centerparks, maar dan wat spartaanser. Zo is er geen plaza of supermarktje op het terrein, maar wel een zwembad en een tennisbaan. Het weer was de afgelopen dagen niet altijd even goed, maar vandaag is het heerlijk zomers wat wel mooi meegenomen is op zo’n rustdag.


’s Avonds bakken we wat vlees op een van de vele publieke barbeques die het park rijk is. Je ziet dit heel veel in Australie, en bij mooi weer wordt hier dankbaar gebruik van gemaakt door de Aussies en de backpackers. Wel is het een beetje opletten dat we ons brood niet kwijtraken aan de wilde papegaaien in de buurt die het ook wel lusten.


’s Avonds gaan we eerst even langs de plaatselijke bioscoop en kijken we de film Contagion. Daarna doen we het uitgaansleven aan van Canberra. We merken wel wat verschillen met het uitgaansleven in Nederland. Zo heb je bij praktisch elke tent een complete wachtrij met security. Daarnaast hebben ze ook geen gebrek aan security binnen de kroeg of club waarbij ze er onder andere goed op letten of je niet je drankje meeneemt de dansvloer op. Het zal misschien wel nodig zijn. Desondanks zijn het wel leuke tentjes en vermaken we ons prima.

Snowy Mountains

Vandaag gaan we naar de Snowy Mountains – het Australische equivalent van de Alpen. In tegenstelling tot de parken in Victoria vragen ze hier wel geld voor entree. Barend zit achter het stuur en laat per ongeluk wat geld vallen wanneer hij het wil geven aan de mevrouw in het hokje. Deze mevrouw kijkt hem maar verwonderlijk aan en zegt nog met een glimlach “It isn’t even a windy day!” terwijl hij de auto uitstapt en het geld opraapt. In ruil voor het geld krijgen we een toegangspas en een toeristenkrantje met een kaart van de omgeving.


We hebben maar een dag hier en besluiten de omgeving van Charlotte Pass te verkennen. Onderweg zien we verschillende bergdorpjes die duidelijk zijn ingericht voor het wintersport seizoen. Zo zien we wat verlaten sneeuwscooters en chaletjes met namen uit de Alpengebieden zoals Eiger en Salzburg.


Het is hier nu al een langere tijd lente, maar toch is er op sommige vlaktes wat sneeuw te bespeuren. Het lukt ons zelfs om wat sneeuwballen te gooien terwijl de temperatuur nog wel aangenaam aanvoelt.


De omgeving zelf ziet er mooi uit met bergen waarvan de toppen nog in sneeuw zijn bedekt. We hebben ook een goed uitzicht op Mount Kosciusco wat met zijn 2228 meter de hoogste berg is van Australie. Het is ook een van de weinige plekken ter wereld waar je de top van de hoogste berg gemakkelijk kunt beklimmen. Deze wandelroute is echter wel 20 kilometer lang dus we besluiten alleen maar het eerste gedeelte te doen.


’s Middags doen we de Porcupine Track wat een wandeling van vijf kilometer is. Dit blijkt tot nu toe wel een van de zwaardere wandelingen te zijn want het pad is niet altijd even goed te bewandelen en ik sta geregeld met mijn poten in de modder. Tevens blijk ik bij het uitzichtspunt op een nest met mieren te staan die al op mijn broekspijpen lopen voordat ik het doorheb. Ik heb het dus weer even gehad met de natuur en ben ergens wel blij dat we de komende dagen in de Australische hoofdstad zullen spenderen.

Lakes Entrance, Ninety Mile Beach, Croajingolong en Cooma

We beginnen vandaag in het dorpje Lakes Entrance. Dit dorpje bestaat uit een grote hoofdstraat vlakbij de kust en is vooral populair in de zomermaanden. De hoofdattractie is een voetbrug dat van het stadje loopt naar een schiereiland genaamd Ninety Mile Beach. Normaal gesproken kan je hier bootjes huren, maar nu even niet omdat het weer best wel slecht is. We doen even voor de vorm een klein stukje van de Eastern Beach Walking Track, maar houden het snel voor gezien.


We besluiten vandaag wat meters te maken en zoveel mogelijk richting de hoofdstad Canberra te rijden. Als tussenstop hebben we wel het Croajingolong National Park. Dit park is o.a. erkend als World Biosphere Reserve door Unesco (wat dat precies inhoud weten we niet maar de Lonely Planet vond dit het vermelden waard. Misschien is dit leuk als lezersvraag.). Ook hier kan je weer veel wandelingen doen, maar we besluiten vandaag onze voeten wat rust te gunnen en daarentegen onze gloednieuwe X-Trail op de proef te stellen. We nemen namelijk de onverharde weg naar Point Hicks.


Point Hicks was het eerste gedeelte van Australie dat door kapitein Cook van het schip Endeavour werd gespot in 1770. Het werd genoemd naar de eerste officier van dat schip, Zachary Hicks. Er is een vuurtoren op dat punt, maar deze blijkt achteraf moeilijk bereikbaar te zijn. Onze reis over de onverharde wegen richting Point Hicks duurt ongeveer een uur. Even hebben we de illusie dat we de enigen zijn die deze hachelijke onderneming uitvoeren omdat we haast geen verkeer tegenkomen, maar vlak voor Point Hicks rijden we door een camping die toch wel aardig bevolkt is.


Hierna komen we bij een punt waar we niet verder mogen rijden. We besluiten een stukje te lopen, maar komen er al snel achter dat de vuurtoren nog niet in zicht is en waarschijnlijk nog een paar kilometer verderop ligt. Zo graag hoeven we dat ding ook weer niet te zien, dus maken we rechtsomkeert en gaan we richting het plaatsje Cooma wat in de staat New South Wales ligt. Hier gaan we overnachten zodat we morgen de Snowy Mountains kunnen verkennen.

Fish Creek, Wilsons Promontory NP en Bairnsdale

We beginnen de dag met een ontbijtje bij de Flying Cow Cafe in het plaatsje Fish Creek. Dit gezellige tentje bevat allerlei prullaria wat met koeien te maken heeft. Dit in schril contrast met de pub om de hoek waar een levensgrote vis op ligt. Ja, het is een dolle boel in Fish Creek.


Hierna doen we Wilsons Promontory National Park aan, of zoals ze het hier noemen “the Prom”. Dit park blijkt een van de meest populaire te zijn in Australie. Het bevat meer dan 80 km aan wandelroutes en veel stranden waar men kan zwemmen of surfen.


We doen vandaag twee wandelingen met de namen “Lilly Pilly Gully Nature Walk” en “Squeaky Beach Nature Walk”. De eerste wandeling gaat door een bos en over een berg. Lonely Planet merkt op dat we tijdens deze wandeling “lots of wildlife” zullen aantreffen, maar het tegendeel blijkt waar te zijn. Binnenkort maar een brief naar ze schrijven dat ik mijn geld terug wil. Wel zien we veel schade door de overstromingen van januari, met als toppunt een strook van 20 a 30 meter breed wat van bovenaan de berg richting de kust loopt. Alles binnen deze strook is gewoon weggeslagen – een mooi kodak momentje.


De squeaky beach nature walk loopt tussen twee stranden en duurt ongeveer anderhalf uur. Jeff en Barend besluiten om de auto te pakken rechtstreeks naar squeaky beach, terwijl Marvin en ik de wandeling doen. Dat is op zich wel fijn want dat bespaart ons weer een wandeling terug naar de carpark. Onderweg zien we nog wat papegaaien die in deze bomen blijken te leven.


We eindigen de dag in Bairnsdale. Alle winkels zijn hier gesloten ivm de Melbourne Cup wat een jaarlijks terugkerende paardenrace is met ruiters van over de hele wereld. Heel Australie geniet hiervan in de vorm van een feestdag. Gelukkig is er nog wel een restaurantje met pub open en hoewel de pub officieel om half elf sluit mogen wij nog een paar rondjes langer blijven van de barman.