Maandelijks archief: september 2013

Skaftafell

Vandaag doen we een wandeling van ruim 15 kilometer door het park van Skaftafell. Dit park bestaat uit een deel van Europa’s grootste gletsjer Vatnajokull. We merken wel dat IJslanders een andere opvatting hebben over moeilijksheidsgraden met wandelroutes dan wij. Alles wordt als “easy” gekenmerkt. Koorddansen boven een actieve vulkaan vindt de IJslander waarschijnlijk pas “challenging” want we komen de ene uitdagende situatie na de andere tegen. We zijn bekaf na 15 kilometer over “paden” vol met zwerfkeien, modder, weggeslagen stukken en steile hellingen. Gelukkig worden we wel regelmatig beloond met een spectaculair uitzicht over het IJslandse landschap, met in de hoofdrol de gletsjertong Skaftafellsjökull.

Van Hella naar Skaftafell

We vertrekken vandaag richting Skaftafell. We rijden hierbij alleen over de ring route van IJsland met soms een kort uitstapje om iets te bezichtigen. Bezienswaardigheden worden op de ring duidelijk aangegeven met een symbool dat lijkt op een klaverblad.


Onze eerste stop is de waterval Seljalandsfoss. Deze is vanaf de ringweg al te zien waardoor vele automobilisten op de rem trappen om er een kijkje te nemen. Het leuke van deze waterval is dat er een pad achterlangs loopt waardoor je een waterval eens vanuit een andere hoek kan bekijken. Regenkleding is echter wel aanbevolen. Je wordt er kletsnat.


De tweede stop is ook een waterval. Dit keer is het Skogarfoss. Deze waterval klettert zestig meter naar beneden en er loopt een pad langs naar boven waardoor je kan zien waar het allemaal vandaan komt.


Van tevoren had Linda uitgezocht waar een vliegtuig van de Amerikaanse marine ligt. Dit toestel kwam in de problemen en moest een noodlanding uitvoeren waarbij de bemanning het gelukkig overleefde. Om een of andere reden hebben de autoriteiten in IJsland de romp van het toestel laten liggen. We moeten wel even flink off-road met onze auto (altijd leuk) maar uiteindelijk hebben we het gevonden. Sommige mensen kunnen de foto herkennen aan de hand van de eerste aflevering van Wie is de Mol toen ze in IJsland waren.


Hierna rijden we door naar Vik met op de achtergrond de vulkaan Eyjafjallajokull. Wie kent em niet. Het informatiecentrum in dat plaatsje blijkt al dicht te zijn omdat het hoogseizoen voorbij is. We belanden na nog wat bezienswaardigheden die op de route liggen in het plaatsje Hof waar ons hotel is. Dit ligt redelijk dicht bij het park Skaftafel wat we morgen gaan bezoeken.

Landmannalaugar

We blijken zowat de enige gasten te zijn in het hotel van Hrauneyjar. Alleen twee vrouwen die aan het backpacken zijn en wat IJslandse wegwerkers delen het hotel. Na het ontbijt vertrekken we richting Landmannalaugar. Al snel houdt het asfalt op en moeten we over een onverharde weg gaan rijden. Linda rijdt moeiteloos door in onze Dacia Duster 4×4. Door de vele kuilen in het wegdek blijft onze gemiddelde snelheid steken op 20 kilometer per uur. Ondertussen kunnen we ons vergapen aan het prachtige landschap om ons heen. De aarde is pikzwart en doet nog het meeste denken aan de foto’s van de maanlandingen. Misschien dat de NASA dat hier wel heeft opgenomen.


Na anderhalf uur ploegen door het landschap, zonder ook maar een enkele andere ziel tegen te komen, arriveren we in Landmannalaugar. Er staat hier, op een grote vlakte tussen de bergen, een campsite wat bestaat uit verschillende gebouwen. Doordat het hoogseizoen al voorbij is zijn er niet veel mensen aanwezig. We vinden een IJslandse vrouw die ons kan vertellen welke wandelroute aan te bevelen is. We wilden eigenlijk de meest populaire route doen waarbij je aan het einde van een klim een beloning krijgt in de vorm van een panorama over het gebied, maar door de flinke storm die ook nu nog woedt is er een brug weggewaaid. We nemen dus een andere route van ongeveer twee uur.


We moeten een stukje lopen over vlak terrein en daar worden we zowat omver geblazen door de harde winden. Maar als we eenmaal bij de bergen zijn valt het wel weer mee. Landmannalaugar ligt tussen de vulkanen Laki en Hekla. De bergen bestaan uit het gesteente Rhyolite, een soort kristal gesteente. Hierdoor hebben de bergen een kenmerkende kleur die je alleen hier vindt in IJsland.


Na een uur lopen begint de wandelroute wel erg uitdagend te worden. Het landschap is erg ruw en telkens moeten we zoeken naar het volgende paaltje die onze route aangeeft. We zitten nog op de witte route, maar hadden verwacht al lang op de rode route te zitten. We komen tot de conclusie dat we waarschijnlijk verkeerd gelopen zijn en keren maar om.


Na een uur zijn we weer beneden en lopen we richting onze Dacia Duster die voor een riviertje staat geparkeerd. Na anderhalf uur zijn we weer op geasfalteerde wegen. Dit keer kwamen we een Jeep tegen met Japanners en een 4×4 met IJslanders. Spitsuur in Landmannalaugar.


Voordat we naar ons huisje in Hella gaan doen we nog wat boodschappen in Selfoss. Ze hebben daar een supermarkt genaamd “Bonus” en het heeft nog wel het meeste weg van de Lidl. In het assortiment vinden we veel Euroshopper artikelen. In Nederland mag het merk een stille dood zijn gestorven, hier leeft het nog volop!

The Golden Circle

Na een goede nachtrust starten we dag om half negen en gaan we richting Thingvellir, wat onze eerste stop wordt van The Golden Circle. De Golden Circle is de populaire toeristische route van Reykjavik naar de hoogtepunten van zuid IJsland, namelijk Thingvellir, de waterval bij Gulfoss en de geisers van Geysir. Het is een goede introductie van de natuur van IJsland.


In IJsland wordt vaak beweerd dat Reykjavik het hoofd is van het land, en Thingvellir het hart. Dat is niet voor niks. Het parlement van IJsland, de Althing, is hier gesticht in het jaar 930 door de immigranten die besloten geen koning of koninkrijk te willen hebben. Ieder jaar werd in de zomer een bijeenkomst gehouden en werden nieuwe wetten aangenomen of verbonden besproken. Naast het historische belang van dit gebied is er ook wat te zeggen over de natuur. De rotswand die je hier vindt, en vroeger de achtergrond was voor de betogen van de Althing, is de rand van de Noord Amerikaanse plaat. Bijna nergens anders ter wereld kan je bovengronds zien waar de tectonische platen grenzen.


We rijden vervolgens door naar Gulfoss wat een mooie grote waterval die in meerdere stappen naar beneden klettert. We kunnen er wel erg dichtbij komen maar moeten dat betalen met de prijs dat we kletsnat worden. Gelukkig hebben we waterdichte jassen meegenomen.


De volgende stop is Geysir, een gebied met meerdere geisers en zwavelpoelen. Geysir zelf was in z’n hoogtijdagen een geiser die ver kon spuwen, maar tegenwoordig is ie met pensioen en blijft het bij een bubbelend poeltje. Z’n kleine broertje Strokkur heeft er meer zin in en trekt tegenwoordig de meeste toeristen. Om de 7 minuten spuwt ie flink wat water de lucht in wat toch wel indrukwekkend is om te zien.


Hierna gaan we langs het plaatsje Skalholt wat vroeger een belangrijk christelijk plaatsje was. Maar tegenwoordig is daar niet veel meer van over. We vinden er een kleine kerk en een kerkhofje.


De dag eindigen we in Hrauneyjar, een plaats wat al flink richting de binnenlanden ligt. Het ligt ook iets ten noorden van Landmannalaugar. Een gebied wat we morgen gaan verkennen.

Amsterdam – Keflavik

Met Icelandair vlucht FI0503 vliegen we rond twee uur ’s middags van het regenachtige Amsterdam naar IJsland. We landen in Keflavik, wat 50 kilometer ten westen van de hoofdstad Reykjavik ligt. Vroeger waren de vliegvelden in IJsland niet meer dan korte strepen van asfalt in het landschap, maar dat veranderde in de jaren 40 toen de Britten en Amerikanen in IJsland kwamen en een plek nodig hadden om de grote B-17 bommenwerpers te huisvesten. Tegenwoordig vliegen er ruim 2 miljoen mensen per jaar over Keflavik wat zich de laatste jaren steeds meer probeert te kenmerken als ideale stopover locatie voor reizen tussen Europa en Amerika.


Wanneer we door de deuren van het vliegveld heenlopen is het de bedoeling dat we worden opgewacht door iemand van de autoverhuur, maar er is niemand te bekennen. Na een kwartiertje komt diegene eindelijk eens binnenwandelen en worden we met een shuttlebusje naar het pand van Blue Car Rental gebracht. We krijgen hier een Dacia Duster 4×4. Een oerdegelijke budget-Renault waar we de komende twee weken de ruige IJslandse natuur gaan trotseren.

Rond half zeven komen we aan in Hella wat in het zuiden van IJsland ligt. Helaas waren de supermarkten al dicht dus eten we wat in het restaurant van onze verblijfplaats. De prijzen zijn hier een stukje hoger dan in Nederland. Voor een flinke hamburger met friet betaal je 2400 ISK (15 euro). Een halve liter bier krijg je voor 950 ISK (6 euro). In de supermarkt liggen de prijzen wat lager, dus daar gaan we morgen even heen om spullen in te slaan.